Zo doende 2014: nieuwe registratiemethode zorgt voor stijging aantal dierproeven
In 2014 registreerden de Nederlandse vergunninghouders 621.027 dierproeven: een stijging van 94.434 (17,9%) ten opzichte van 2013. Een groot deel van deze stijging komt door een nieuwe registratiemethodiek, stelt de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) in het jaaroverzicht Zo doende van 2014 dat onlangs uitkwam. Vooruitlopend op de implementatie van de Europese richtlijn 2010/63/EU in onze nationale wetgeving, heeft de NVWA de registratie in 2014 uitgevoerd volgens de nieuwe normen. In de nieuwe methodiek zijn veel dieren meegerekend, die eerder niet in beeld waren.
Over 2014 registreerden de vergunninghouders meer dierproeven met muizen, kippen, vissen, runderen, ratten en konijnen. Er vonden minder proeven plaats met paarden en oude-wereld apen (Resusapen en Java-apen). In 2014 zijn 145.387 (25,8%) dierproeven verricht op genetisch gewijzigde dieren. Dat is een stijging van 69.248 dieren ten opzichte van het aantal genetisch gemodificeerde dieren in 2013.
Deze stijging van het aantal genetisch gewijzigde dieren is voor een groot gedeelte het gevolg van dat de nieuwe registratiemethodiek voor bepaalde categorieën proefdieren uitgaat van een ruimere definitie van het begrip dierproef. Dieren die gefokt worden voor dierproeven en een aantasting van hun welzijn ondervinden, dienden voorheen ook al te worden geregistreerd als dierproef. Bij de nieuwe methodiek geldt het tot twee generaties nakomelingen als dierproeven, totdat uit een welzijnsevaluatie blijkt dat er geen sprake is van ongerief. Door de nieuwe strengere registratiesystematiek worden dus in 2014 dieren geregistreerd die voorheen niet als dierproef werden beschouwd. Het lijkt volgens de NVWA niet zeer waarschijnlijk dat er sprake is van een reële stijging, aangezien het aantal dierproeven met genetisch gemodificeerde dieren de afgelopen jaren nagenoeg stabiel is gebleven.
De overgang naar de nieuwe registratiesystematiek is zowel voor de NVWA als voor de vergunninghouders een hele omschakeling. De vergunninghouders hebben hun registratiesystemen hierop aangepast of hebben in sommige gevallen zelfs hun registratiesystemen volledig vervangen door nieuwe systemen. De instituten hebben hun systemen opgeschoond, waarbij enkele vergunninghouders bij dossiers van dierproeven hebben geconcludeerd dat deze gegevens in eerdere jaren nog niet correct waren doorgegeven. Ze hebben deze niet eerder geregistreerde dierproeven in 2014 alsnog doorgegeven, wat heeft geleid tot meer meegetelde proeven in dit verslagjaar. Het gaat
daarbij om ca. 25.000 extra dierproeven.
Lees Zo doende 2014
In het Jaaroverzicht Zo doende 2014 geeft de NVWA informatie over de dierproeven die vergunninghouders hebben uitgevoerd, de proefdieren die bij vergunninghoudende instellingen aanwezig zijn, en het toezicht dat de NVWA heeft uitgevoerd op de naleving van de Wod in 2014. De NVWA heeft het jaaroverzicht opgesteld op basis van onder andere gegevens die de vergunninghoudende instellingen hebben aangeleverd.