6e Harry Blomberaad Voorkomen van (ernstig) ongerief goed bezocht
Op 13 juni was het 6e Harry Blomberaad. Het onderwerp was ernstig ongerief bij proefdieren en hoe kun je dit voorkomen door verfijnen. Ongeveer 70 mensen waren in Utrecht en zo’n 70 mensen keken online mee. Zij misten daardoor wel de belangrijke ‘derde helft’, het netwerken. Roger Adan van het NCad introduceerde de sprekers en Leonie van Rijt was weer de side-kick.
Proeven met matig ongerief
Leonie startte het beraad met 2 voorbeelden van proeven met matig ongerief waarvan altijd werd gezegd dat pijnstilling de uitkomsten zou beïnvloeden. Ze liet het effect van pijnstilling zien. De muizen bleven levendig. Helaas bleek bij één van de voorbeelden dat er inderdaad invloed was op het resultaat. Maar het goede nieuws is: bij de andere proef bleek het helemaal niet uit te maken voor het resultaat. Ga daarom dus na of de veronderstelling klopt. Dat kost een paar dieren, maar dan weet je zeker of je ongerief door pijn kunt voorkomen of niet.
Minder lijden door betere timing proef diergeneesmiddelen
De tweede spreker was Marloes Hentzen van Merck Sharp & Dohme (MSD). MSD is een bedrijf dat diergeneesmiddelen en vaccins ontwikkelt en test. Marloes liet zien hoe je door het goede moment te kiezen om met de proef (’s ochtends, ’s avonds, vroeg of laat in de week) te starten, beter kunt monitoren. De piek in de effecten kun je dan plannen op een moment dat er voldoende personeel is. Dieren hoeven dan niet langer te lijden dan minimaal nodig. Ze liet ook zien dat geautomatiseerde monitoring de menselijke monitoring kan ondersteunen.
Cumulatief ongerief
Wim de Leeuw ging dieper in op cumulatief ongerief. En wat dat betekent voor het inschatten van ongerief vooraf en het achteraf rapporteren. Hij liet daarbij zien dat ongerief soms wel en soms niet ‘stapelt’. En ook dat ongerief soms met elke herhaling versterkt. Hij verwees daarbij naar de zienswijze die het NCad vorig jaar uitbracht op verzoek van de CCD.
Routekaart RSPCA
Als laatste introduceerde Nelleke Verhave de Routekaart van de RSPCA. Haar uitgangspunt is hetzelfde als die van de RSPCA. Het zoeken naar verfijning is dringender als het ongerief ernstiger is. Zij ging uitgebreid in op de stappen om heel systematisch na te gaan hoe je ongerief kunt verminderen.
Het 6e Harry Blom-beraad was dus weer erg boeiend. En bijzonder was dat meerdere sprekers kort verwezen naar hun gesprekken met Harry Blom. Voor hem stond samenwerken om dierproeven te verfijnen altijd voorop.
Wil je bij ons volgende Harry Blom-beraad zijn? Blijf op de hoogte via onze nieuwsbrief.