Advies: Motiveren door restricteren?

In Nederland werden in 2015 ongeveer 40.000 dierproeven uitgevoerd ten behoeve van onderzoek naar de hersenen en het zenuwstelsel. Een deel van dit neurocognitief onderzoek richt zich op het verkrijgen van inzicht in de activiteit van werkende hersenen. Bijvoorbeeld om neurologische processen en stoornissen beter te begrijpen en om nieuwe behandelingen te ontwikkelen.

Om de dieren in dit onderzoek te motiveren handelingen binnen een bepaald tijdsinterval herhaaldelijk uit te voeren, worden ze beperkt in de toegang tot water of voedsel. Voedsel of water wordt dan gegeven als beloning na het correct uitvoeren van een gedragstaak of handeling.

Omdat deze onderzoeksmethode zowel in de maatschappij als in de politiek tot zorgen leidt, heeft de toenmalig staatssecretaris van Economische Zaken het NCad in 2016 verzocht hierover advies uit te brengen.

In zijn adviesvraag verzoekt de staatssecretaris ons om na te gaan of er ruimte is voor verbetering van het dierenwelzijn bij deze methode, dan wel voor het gebruik van alternatieve methoden. Ook wordt verzocht een ‘best practice’ voor deze onderzoeksmethoden op te stellen voor Nederland en dit ook in Europees verband onder de aandacht te brengen.

In februari 2018 hebben wij het advies 'Motiveren door restricteren?' aangeboden aan de toenmalig staatssecretaris. Hierin wordt het volgende geadviseerd:

  1. Hanteer het ‘nee’-tenzij principe als uitgangspunt en pas geen restrictie toe, tenzij er goed onderbouwde wetenschappelijke argumenten en/of zwaarwegende maatschappelijke belangen zijn.
  2. Bevorder de ontwikkeling en toepassing van vervangende methoden voor voedsel- of vocht restrictie.
  3. Stel dit raamwerk en Code of Practice (CoP) als referentiedocument in het licht van artikel 10 van de Wet op de dierproeven.
  4. Waarborg en verbeter – daar waar mogelijk – het welzijn van dieren die worden ingezet voor het aanleren van gedragstaken ten behoeve van neurocognitief onderzoek.
  5. Bevorder en waarborg de kennis van verschillende motivatie-methoden bij betrokkenen. Laat de Centrale Commissie Dierproeven (CCD) beoordelen of deze kennis voldoende gewaarborgd is in de projectaanvraag en laat de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) erop toezien dat deze kennis op de praktijkvloer gewaarborgd is, bijvoorbeeld aan de hand van trainingsrecords.

In het advies zijn twee CoP’s opgenomen, namelijk ‘Richtlijn vocht-restrictie bij niet-humane primaten’ en ‘Richtlijn vocht- of voedselrestrictie bij knaagdieren’.