Streefbeelden proefdiervrij onderzoek
Streefbeelden proefdiervrij onderzoek zijn doelen over het gebruik van dierproeven waar een vakgebied naar toe wil werken. Het concept voor deze streefbeelden is in 2016 door ons geïntroduceerd in een transitieadvies: bouw dierproeven af en stimuleer innovaties zonder dieren. Hiermee kunnen verschillende wetenschapsvelden een eigen streefbeeld ontwikkelen. We adviseren werkgroepen in het schrijven van streefbeelden en we houden de ontwikkelingen rond proefdiervrij onderzoek nauw in de gaten.
Inmiddels zijn voor diverse vakgebieden streefbeelden ontwikkeld. Deze streefbeelden en hoe ze tot stand zijn gekomen leest u hieronder.
Streefbeelden
Binnen het immunologisch onderzoek ontstaan nieuwe aandachtsgebieden, zoals de invloed van geslacht, individualiteit en leeftijd op ziekten en gezondheid. Deze aandachtsgebieden worden steeds belangrijker en vragen ook om nieuwe benaderingen die lastiger te onderzoeken zijn in diermodellen en waarvoor innovatieve New Approach Methodologies (NAMs) nodig zijn.
Op 12 december 2023 is tijdens een gezamenlijk event van ZonMw en het NCad het streefbeeld voor immunologisch onderzoek gelanceerd. In dit streefbeeld worden aanbevelingen gedaan op het gebied van regelgeving, onderwijs, de toegang tot weefsel en onderzoek.
Het streefbeeld Immunologie is bedoeld als inspiratiebron voor onderzoekers en andere stakeholders, en de werkgroep is van mening dat met de inbreng van deze stakeholders het streefbeeld verder kan groeien tot een gemeenschappelijke visie.
Belangrijkste aanbevelingen
Regelgeving en besluitvorming
- Vereenvoudig regulatoire procedures en ondersteun voorbereidingen voor het uitvoeren van onderzoek direct in mensen en fase 0‑onderzoeken om ze competitief te maken met benaderingen op basis van dieren. Een betere standaardisatie van klinische protocollen en beoordelingsprocessen zou de goedkeuring hiervan faciliteren.
- Stimuleer initiatieven die de beschikbaarheid en toegankelijkheid van New Approach Methodologies (NAM’s) faciliteren.
- Creëer aanvullende financiering voor wetenschappers die NAM's ontwikkelen of gebruiken.
- Voorzie onderzoekers van sterke en heldere argumenten m.b.t. de fysiologische relevantie van humane studies die worden uitgevoerd zonder proefdieren, maar met NAM’s.
- Het vervangen van producten van dierlijke oorsprong, zoals celkweek reagentia, vraagt gecentraliseerde inspanningen en financieringsmogelijkheden.
Onderwijs
- Het is van groot belang om training en onderwijs over NAM’s te stimuleren vooral voor wetenschappers die aan het begin van hun loopbaan staan.
- Zoek de samenwerking op met de Nederlandse Vereniging voor Immunologie (NVVI) om de implementatie en inbedding van het Streefbeeld te bevorderen.
Delen en toegang
- Toegang van wetenschappers tot humane primaire immuuncellen en weefsels moet worden verbeterd door middel van open access biobanken en gecentraliseerde voorzieningen (bijv. bloedbanken, weefselcentra).
- Faciliteer toegang tot- en het hergebruiken van patiëntgegevens, zodat meerdere onderzoekers de gegevens kunnen gebruiken voor hun eigen onderzoek.
Onderzoek
- Het gebruik van producten van dierlijke oorsprong, zoals celkweekreagentia moet zo veel mogelijk worden beperkt.
- Stimuleer directe vergelijkingen tussen diermodellen en NAM’s, door wetenschappers samen te brengen en door specifieke financiering van parallelstudies.
- Er is behoefte aan in NAM’s gespecialiseerde faciliteiten of centra die (jonge) onderzoekers trainen en faciliteren in deze innovatieve modellen.
- Stimuleer onderzoek naar inzicht in humane (pathologische) mechanismen in plaats van dieren te gebruiken als 'black box'-modellen voor ziekten waarvan de oorzaken niet precies bekend zijn.
- Stimuleer verdere interdisciplinaire samenwerkingen om de ontwikkeling van innovatieve NAM’s te bevorderen.
Voor het gebied cardiovasculair onderzoek is in 2023 een streefbeeld ontwikkeld in samenwerking met het NCad. Het belangrijkste doel van dit streefbeeld is toepassen van experimentele modellen. Deze modellen hebben een voorspellende waarde voor de cardiovasculaire patiënt. En de modellen kunnen de onderzoeksvragen op een zo goed mogelijke manier beantwoorden.
Er is voor gekozen om dit streefbeeld vanuit de Dutch CardioVascular Alliance (DCVA) te organiseren. De DCVA is een samenwerkingsverband van 22 partners. Dit zijn organisaties die in onderzoek investeren, medische en technische onderzoekers, gebruikers en patiënten. Lees hier hoe zij zich hebben ingezet voor dit streefbeeld. In het streefbeeld worden 7 adviezen gegeven. In de bijlage staan concrete voorstellen die diermodellen door humane meetmodellen kunnen vervangen. Hierbij worden ook de beperkingen van beide soorten modellen vermeld. Naast het streefbeeld is er in 2022 een consensus document gepubliceerd over diermodellen en proefdiervrije innovaties voor Cardiovasculair Onderzoek.
Belangrijkste aanbevelingen
- Zorg voor goede communicatie, zowel richting onderzoekers als het brede publiek. Schep heldere verwachtingen en betrek alle stakeholders.
- Heroverweeg terminologie om alle stakeholders mee te nemen in de transitie proefdiervrije innovatie. Hiervoor is een heldere en zorgvuldige (objectieve) communicatie vereist, met een duidelijk omschreven gemeenschappelijk doel, zoals bijvoorbeeld “humane meetmodellen” in plaats van “proefdiervrije modellen”.
- Start de dialoog vanuit een gezamenlijke, breed gedragen ambitie, zoals het streven naar betere wetenschap met minder gebruik van proefdieren.
- Maak optimaal gebruik van de bestaande expertise op het gebied van ontwikkeling van ziektemodellen.
- Maak additionele middelen beschikbaar voor het valideren en door ontwikkelen van proefdiervrije innovaties naar de behoeften van eindgebruikers en regelgevers.
- Integreer ontwikkeling van humane meetmodellen in (internationale) wet- en regelgeving en beleid.
- Faciliteer onderwijs aan jonge onderzoekers om meer kennis en bewustwording binnen de onderzoeksgemeenschap te genereren over (nieuwe) proefdier- en humane meetmodellen.
Universiteiten van Nederland (UNL) en de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU) presenteren op 7 oktober 2022 samen een streefbeeld voor proefdiervrije innovatie in het academisch onderwijs. Hoe er naar het gebruik van dierproeven wordt gekeken in de maatschappij, verandert. Door het streefbeeld geven de universiteiten en UMC’s een bijdrage aan deze discussie.
Universiteiten van Nederland (UNL) en de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU) presenteerden op 7 oktober 2022 samen een streefbeeld voor proefdiervrije innovatie in het academisch onderwijs. Hoe er naar het gebruik van dierproeven wordt gekeken in de maatschappij, verandert. Door het streefbeeld geven de universiteiten en UMC’s een bijdrage aan deze discussie.
Het doel van het streefbeeld is dat er meer aandacht is voor proefdiervrije ontwikkelingen. En daarnaast is het doel om het aantal proefdieren te verminderen. Sinds 2019 zijn UNL en NFU partner van het programma Transitie Proefdiervrije Innovatie (TPI) van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV). In deze video ziet u hoe het streefbeeld tot stand kwam.
Belangrijkste aanbevelingen
Innovaties op het gebied van proefdiervrij onderwijs
- Organiseer financiering voor innovatie in proefdiervrije onderwijsmethoden en technologieën en deel deze tussen academische partners.
Effectiviteit van proefdiervrije methoden
- Positioneer proefdiervrije modellen als het referentiemodel voor onderwijs en doe afstand van het dogma dat proefdieren essentiële onderzoeksmiddelen zijn.
- Neem de leerdoelen en context als uitgangspunt voor het kiezen en ontwerpen van de beste proefdiervrije methode.
Bio-veterinaire bachelor- en masteropleidingen
- Stel een stappenplan op met proefdiervrije methoden die studenten kunnen gebruiken voordat zij gaan werken met levende dieren.
- Creëer proefdiervrije vaardigheidslabs gebaseerd op modellen en simulators.
- Geef meer klinische lessen met echte patiënten in veterinaire klinieken. En geef deze lessen in een eerder stadium van de opleiding.
Cursussen proefdierkunde
- Splits de cursus proefdierkunde op in twee delen.
- Een theoretisch deel voor iedereen, en;
- Een soort -en procedure specifiek praktisch deel voor degenen die daadwerkelijk zelf dierexperimenten zullen gaan uitvoeren.
Praktijktraining onderzoekers voorafgaand aan dierproeven
- Draag, waar mogelijk, praktisch werk met dieren over van individuele onderzoekers (met een individuele leerbehoefte) naar specifiek vakbekwaam personeel.
- Ontwikkel vakken en materialen die gebaseerd zijn op proefdiervrije innovaties. Pas deze in de bachelor als masteropleidingen toe. En als permanente educatie voor studenten, onderzoekers en professionals binnen universiteiten en daarbuiten. Doe dit in co-creatie met de industrie, contractresearch laboratoria en sociale partners.
- Creëer financieringsmogelijkheden voor de sector en publieke consortia om onderwijs en trainingen voor professionals mogelijk te maken.
Vaardigheidstraining voor medische professionals
- Investeer in verdere ontwikkeling en toepassing van proefdiervrije modellen bij vaardigheidstraining voor medische professionals.
De Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) maakte in 2019 een streefbeeld voor proefdiervrije innovatie in het fundamenteel wetenschappelijk hersenonderzoek. Hiervoor heeft een commissie voor de KNAW een verkenningsrapport ‘Excellent hersenonderzoek met minder dierproeven’ gemaakt. Daarnaast schreef het KNAW het inventarisatierapport ‘Het belang van dierproeven en mogelijkheden tot vermindering daarvan in fundamenteel neurowetenschappelijk onderzoek'.
Bekijk het verkenninsgrapport en het inventarisatierapport en onze reactie hierop.
Belangrijkste aanbevelingen
Samenwerken en verbinden
- Zet een infrastructuur op voor het ontwikkelen, uitwisselen en ontsluiten van expertise op het gebied van neurale stamceltechnologie.
- Creëer samenwerkingsverbanden tussen (neuro)imagingcentra om grootschalig populatieonderzoek met neuroimaging mogelijk te maken.
- Richt een internationaal neurowetenschappelijk consortium op met proefdiervrij onderzoek als een van haar speerpunten.
- Zet stappen om een (inter)nationale infrastructuur te creëren die fundamenteel onderzoek bij patiënten ondersteunt.
- Breid de capaciteit van de Nederlandse Hersenbank uit door een formele samenwerking met (neuro)pathologie afdelingen van universitaire medische centra.
Methodologie
- Celbiologische vraagstukken in de neurowetenschappen waarbij de interactie met de omgeving en het lichaam niet relevant zijn moeten zoveel mogelijk met proefdiervrije methoden worden beantwoord.
- Onderzoekers kunnen draagbare elektronica (wearables) inzetten die geschikt is voor wetenschappelijke onderzoeksdoeleinden en continue metingen van fysieke parameters bij mensen mogelijk maakt.
- Vergroot de samenwerking tussen de neurowetenschappen en Artificiële Intelligentie om optimaal gebruik te maken van de toenemende hoeveelheid beschikbare data uit (proefdierrvij) onderzoek.
- Ontwikkel methoden om data uit beeldvormende technieken met een hoge spatieel resolutie te integreren met data uit technieken met een hoge temporele resolutie.
Gebruik van gegevens
- Bij klinisch onderzoek wordt, waar mogelijk, de patiënt toestemming gevraagd om verkregen data en lichaamsmateriaal te gebruiken voor fundamenteel onderzoek.
- Ontwikkel methoden voor neurowetenschappelijke dataplatforms om de standaardisatie van dataopslag en het toevoegen van metadata te intensiveren en verbeteren. Deze ontwikkeling stimuleert ook het hergebruik, de deelbaarheid en het combineren van data.
- Gegevens uit dierproeven zouden via een speciaal dataplatform beschikbaar moeten worden gemaakt voor alle universitaire groepen in de neurowetenschappen.
Onderwijs
- Universitaire onderwijsprogramma’s zouden in hun curriculum expliciet aandacht moeten besteden aan proefdiervrije onderzoeksstrategieën, het uitvoeren van team science en data en open data participatie.
Minder proefdieren, wel kwaliteitsbehoud
In een streefbeeld staan transitiedoelen voor proefdiervrije ontwikkeling en minder proefdiergebruik in het wetenschapsveld. Deze doelen zijn ambitieus en realistisch en gelden voor de komende 10 jaar. Het is belangrijk dat nieuwe modellen minimaal zulke goede resultaten opleveren als oude modellen met proefdieren.
Ontwikkeling van streefbeelden
Een wetenschapsveld ontwikkelt een streefbeeld altijd zelf. De onderzoekers in een veld weten het beste wat wel en niet mogelijk is op de lange termijn. Ook is het belangrijk om mensen buiten het wetenschapsveld te betrekken om bredere inzichten te krijgen. Onderstaande infographic laat zien welke stappen gemaakt worden om een streefbeeld te ontwikkelen. De infographic is te downloaden onderaan deze pagina.

De infographic ‘Streefbeelden' beschrijft de 7 stappen hoe het proces verloopt van een streefbeeld maken.
Een onderzoeksmethodiek zonder gebruik van proefdieren?
Met behoud van of verbeterde onderzoekskwaliteit.
Hoe dan?
Pak het samen op binnen uw onderzoeksdomein en maak een streefbeeld!
Een streefbeeld...
...verbindt
....geeft richting aan een strategie naar proefdiervrij onderzoek
...borgt de kwaliteit van onderzoek
....enthousiasmeert en is ambitieus
... en vereist vertrouwen en daadkracht in innovatie.
We moeten het samen DOEN!
Stappenplan
Stap 1. Definieer de uitdagingen
Wat zijn de urgente biomedische vraagstukken die via een out-of-the- box benadering aangepakt zouden kunnen worden? Welke proefdiervrije innovaties kunnen worden ingezet of moeten worden ontwikkeld? Wat zijn daarbij de uitdagingen?
Stap 2. Inventariseer de proefdiervrije innovaties
Welke interessante proefdiervrije innovaties bestaan er of zijn in ontwikkeling, die (op termijn) dierproeven kunnen vervangen? Bekijk dit nationaal en internationaal en vanuit cross-sectoraal perspectief. Ingewikkeld? Maak gebruik van de netwerken van Transitie Proefdiervrije Innovatie! website: www.transitieproefdiervrijeinnovatie.nl
Stap 3. Stel een transitiedoel in de tijd
Maak een kwantitatieve (meetbare) en kwalitatieve beschrijving van een ambitieus en realistisch transitiedoel met te behalen opbrengsten in termen van proefdiervrije innovatie, vermindering proefdiergebruik, de 3V's, voor een tijdsperiode van vijf tot tien jaar. Een transitiedoel moet enthousiasmeren, onderzoekers meenemen.
Stap 4. Maak een overzicht van het krachtenveld
Breng het krachtenveld van belangrijke spelers in kaart die invloed hebben op ontwikkelingen in het onderzoeksdomein. Wat zijn de kansen in het veld en wat zijn te verwachten obstakels? Welke voorlopers zijn er? Wie kan kansen vergroten?
Stap 5. Analyseer de kansrijkheid van proefdiervrije innovatie
Voor welke te verwachten onderzoeksvragen zijn nog geen proefdiervrije innovaties beschikbaar en voor welke (bijna) wel? Wat is de stand van zaken in het 3V-onderzoek en toepassing daarvan?
Stap 6. Maak een innovatiestrategie
Hoe worden ontwikkelingen en de implementatie versneld om het transitiedoel te behalen? Wat gaan welke partijen binnen het onderzoeksdomein doen? Wat is er nodig om deze partijen gecommitteerd te krijgen en te houden? Wat is er verder nodig om proefdiervrije innovatie te versnellen? Hoe wordt het streven naar proefdiervrij onderzoek meegenomen in onderwijsprogramma's? Welke investeringen zijn er nodig?
Stap 7. Maak een helder verhaal van het streefbeeld en start met de projectaanpak!
Inclusief:
-Heldere transitiedoelen gebaseerd op de uitdagingen van het domein
-Inzicht in realisatiekans van proefdiervrij onderzoek per onderzoeksvraag
-Overzicht van stand van zaken proefdiervrije innovatie; binnen en buiten het domein
-Overzicht educatie over mogelijkheden van proefdiervrije innovatie in onderwijsprogramma's
-Tijdsperiode die gezonde druk op de ketel zet
-Streefbeelden geven een streven aan. Vernieuwingsnetwerken van Transitie Proefdiervrije Innovatie schetsen de wegen ernaartoe
Advies en begeleiding
U staat er niet alleen voor! Het Nationaal Comité advies dierproevenbeleid (NCad) denkt graag met u mee en kan adviseren over een mogelijke aanpak
Website: www.ncadierproevenbeleid.nl
E-mail: ncad@rvo.nl
Afzender: Nationaal Comité advies dierproevenbeleid